Verplichtingen voor werkgevers tijdens Corona-crisis

01-04-2021

Verplichtingen voor werkgevers tijdens Corona-crisis

De maatschappelijke gevolgen van de maatregelen in het kader van de Corina-crisis maken dat dit van invloed is op de wijze van beoordelen van de re-integratie inspanningen van werkgevers in het kader van de Wet verbetering poortwachter (WVP).​ UWV heeft een Addendum opgesteld (versie 3) in aanvulling op de Werkwijzer Poortwachter d.d. 1 mei 2020. 
 

De Werkwijzer Poortwachter helpt onder andere werkgevers, bedrijfsartsen en arbodiensten in de begeleiding en re-integratie van zieke of arbeidsongeschikte werknemers. De Werkwijzer Poortwachter geeft antwoord op vragen als:

- ​Wat verwacht UWV van de werkgever bij de re-integratie van een werknemer?
- Hoe toetst UWV of de re-integratie inspanningen van de werkgever voldoende zijn?
- Welke gevolgen heeft het voor de werkgever als blijkt dat zijn re-integratie inspanningen niet voldoende zijn geweest?

Download Werkwijzer Poortwachter

Download Quick start Werkwijzer Poortwachter

    

Bijzondere omstandigheden

Indien zonder deugdelijke grond een werkgever zijn poortwachtersverplichtingen niet is nagekomen, legt UWV een loondoorbetalingsverplichting op van maximaal 52 weken. Het uitgangspunt is dat de beoordeling van het re-integratieverslag (RIV) binnen de grenzen van de redelijkheid plaats vindt. Door de COVID-19 crisis kunnen er situaties zijn dat de verplichtingen rond het RIV over die grens dreigen te gaan. Op dat moment moet vastgesteld worden of er gezien de bijzondere omstandigheden in alle redelijkheid voldoende aan re-integratie is gedaan en/of de verwachte procesgang wel/niet gevolgd kon worden. Dat betekent dat in alle gevallen rekening moet worden gehouden bij de opstelling van het RIV met het volgende:
- een wijziging van de belastbaarheid van werknemer vanwege COVID-19 vereist altijd een aanpassing van de probleemanalyse.
- een wijziging in de te ondernemen re-integratie inspanningen vanwege COVID-19 vereist altijd een aanpassing van het plan van aanpak.

Het addendum is ook van toepassing op de beoordeling van de re-integratie inspanningen in het kader van de Ziektewet.

Beoordeling

Het uitgangspunt van de beoordeling is (en blijft) de Werkwijzer Poortwachter (versie 1 mei 2020). Als de beoordeling van het re-integratieverslag leidt tot de conclusie dat er onvoldoende re-integratie inspanningen worden geleverd, dan moet UWV rekening houden met de overheidsmaatregelen die genomen zijn in het kader van de COVID-19 situatie. Dit betekent dat er maatwerk van UWV kan worden verwacht. Van de werkgever wordt verwacht dat deze beschrijft hoe de situatie in zijn bedrijf als gevolg van COVID-19 van invloed is (geweest) op het re-integratieproces of het herstel hiervan. Op grond hiervan moet een arbeidsdeskundige de plausibiliteit beoordelen en vaststellen of er voldoende argumenten zijn om een deugdelijke grond aan te nemen.

Als er redenen zijn om de door de bedrijfsarts vastgestelde belastbaarheid aan de verzekeringsarts voor te leggen, kan dat voor de verzekeringsarts betekenen dat hij met beperkte onderzoeksmiddelen zo goed als mogelijk helder moet krijgen of de beoordeling van de belastbaarheid door de bedrijfsarts gevolgd kan worden of niet.

Re-integratieverslag (RIV)

Indien een re-integratieverslag incompleet wordt aangeleverd bij UWV, doordat documenten niet zijn meegestuurd of niet volledig zijn ingevuld, beoordeelt UWV of het ontbreken van de betreffende documenten vanwege de maatregelen in het kader van de COVID-19 situatie acceptabel is. Van de werkgever wordt verwacht dat wordt uitgelegd waarom de documenten niet volledig zijn ingevuld en/of in een begeleidende brief wordt uitgelegd waarom bepaalde documenten ontbreken. Van belang bij dit alles is om ook aandacht te houden voor de positie van de werknemer.

Compleet dossier
Ten aanzien van het aanleveren van een compleet dossier, geeft UWV aan dat er in principe sprake is van een ongewijzigd beleid omdat informatie ook elektronisch uitgewisseld kan worden. UWV geeft aan dat wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een gedwongen bedrijfssluiting, zij dit niet als een geldige reden zien om een incompleet dossier aan te leveren.  
Ondertekening documenten
Fysieke handtekening op documenten zijn niet nodig. De werknemer kan in de daarvoor bestemde documenten (of in het RIV of op de aanvraag) zijn/haar visie op de re-integratie verwoorden.
Termijn aanleveren documenten
Voor het aanleveren van een compleet dossier wordt standaard vijf werkdagen gehanteerd. Mocht, als gevolg van de COVID-19 situatie, deze termijn worden overschreden, dan geeft UWV aan dat enige coulance aan de orde is. Hiervoor is wel overleg met UWV noodzakelijk.
Inhoudelijke beoordeling RIV
Als door UWV meer informatie benodigd is om het RIV te kunnen beoordelen, maar de werkgever kan niet bereikt worden (bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfssluiting of ziekte), dan verwachten zij derhalve toch dat de werkgever zoveel als mogelijk deze (administratieve) gegevens aanlevert. Contacten en onderzoeken (door bijvoorbeeld arbeidsdeskundige) kunnen telefonisch worden ingezet/uitgevoerd en zo nodig in een later stadium worden aan-/ingevuld door daadwerkelijke fysieke acties.

Het RIV zal zoveel als mogelijk beoordeeld worden op basis van de gegevens van de bedrijfsarts. De arbeidsdeskundige overlegt nog steeds met de verzekeringsarts in de hiervoor aangewezen situaties en de verzekeringsarts neemt zo nodig contact op met de bedrijfsarts. UWV geeft aan dat als de gegevens van de bedrijfsarts ook maar enigszins plausibel zijn, zij dit als uitgangspunt zullen nemen voor de RIV-toets. Mocht er een verschil van inzicht blijven bestaan, ook na telefonisch contact met de bedrijfsarts, dan zijn er twee mogelijkheden:
- de verzekeringsarts probeert via een telefonisch spreekuur voldoende informatie te verzamelen om te onderbouwen dat er sprake is van een andere belastbaarheid dan die door de bedrijfsarts is aangegeven en sinds wanneer dat is. Een FML is niet nodig. De arbeidsdeskundige beargumenteert vervolgens of er eventueel re-integratiekansen zijn gemist.
- indien het niet mogelijk is om telefonisch, via de werknemer en bedrijfsarts, voldoende informatie te verzamelen om dit te onderbouwen en een fysiek spreekuur is nodig, dan gaat UWV alsnog uit van de belastbaarheid zoals beschreven door de bedrijfsarts. De arbeidsdeskundige beoordeelt dan of er uitgaande van deze belastbaarheid eventueel re-integratiekansen zijn gemist. Het belang van de werknemer wordt door UWV voorop gesteld. Het risico bestaat dan dat, indien uit dit onderzoek blijkt dat er geen gemiste re-integratiekansen zijn, er in deze situatie mogelijk onterecht geen verlengde loondoorbetalingsverplichting wordt opgelegd.

Zodra er weer fysieke spreekuren mogelijk zijn, zullen deze weer plaatsvinden indien nodig voor de gevalsbehandeling.

Beoordelen deugdelijke grond

Het beoordelen van de deugdelijke grond, zoals beschreven in de Werkwijzer Poortwachter, blijft onverminderd van toepassing. Er kunnen echter als gevolg van de COVID-19 situatie nieuwe situaties worden benoemd die mogelijk een deugdelijke grond kunnen opleveren.

De loondoorbetalingsverplichting door de werkgever is opgelegd om tekortkomingen in de re-integratie te herstellen. De werkgever moet echter hiertoe wel in staat zijn. Mocht dit als gevolg van de COVID-19 situatie niet mogelijk zijn, dan wordt geen verlengde loondoorbetalingsverplichting opgelegd. De werkgever dient in het RIV te motiveren waarom en gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd.
- Als de werknemer aan het re-integreren is in eigen of ander werk bij de eigen werkgever en is er sprake van een verplichte bedrijfssluiting als gevolg van de COVID-19 situatie, dan is er geen sprake van een verlengde loonbetalingsverplichting. UWV verwacht wel van de werkgever, dat als de werknemer herplaatst kan worden conform mogelijkheden na bedrijfssluiting in passend werk, er (ook aan werknemer) sprake is van een onherroepelijke toezegging dat herplaatsing wordt gerealiseerd na heropening.
- Indien er als gevolg van de COVID-19 situatie geen uitvoering kan worden gegeven aan (onderdelen) van een re-integratietraject 2e spoor, dan kunnen die bepaalde onderdelen (proefplaatsing/bedrijfssluiting nieuwe werkgever, uitvoeren van vrijwilligerswerk/opdoen arbeidsritme, niet beschikken over voldoende digitale vaardigheden voor begeleiding op afstand) tijdelijk worden opgeschort tot het einde van de COVID-19 periode. De werkgever vraagt heroverweging aan en waar mogelijk bijstelling van het plan. 
- Indien werknemer fysiek geen passend werk kan uitvoeren, bijvoorbeeld door vermindering van het werkaanbod van de werkgever of het niet meer kunnen realiseren van voldoende ondersteuning op werkplek door een opgelegde COVID-19 maatregel.

In de volgende gevallen is er geen sprake van een deugdelijke grond:
- Er heeft onvoldoende onderzoek plaatsgevonden in spoor 1: dit kan “gewoon” alsnog worden uitgevoerd. Mocht voor dit onderzoek gericht werkplekonderzoek nodig zijn, dan gaat UWV ervan uit dat de werkgever c.q. ingeschakelde arbeidsdeskundige zoeken naar andere manieren om dit toch te kunnen uitvoeren. 
- Indien spoor 2 zoveel als mogelijk kan worden voortgezet. Er wordt vanuit gegaan dat re-integratiebureaus hun dienstverlening in veel gevallen ook op afstand kunnen organiseren.
- Van een werkgever wordt verwacht dat hij een werkplek van een werknemer inricht volgens de RIVM- en andere overheidsrichtlijnen waardoor een werknemer voldoende beschermd zijn werk kan doen.
- Indien er sprake is van dreigende betalingsonmacht, al dan niet veroorzaakt door de COVID-19 situatie, dan is dit geen reden om van loondoorbetalingsverplichting af te zien. UWV geeft aan dat er verschillende overheidsregelingen beschikbaar zijn (waaronder de NOW-regeling), waarbij de werkgever wordt gecompenseerd.

Repareren tekortkomingen

- UWV verwacht van een werkgever dat onderzoek naar passende mogelijkheden in spoor 1 (eigen werkgever) zoveel mogelijk wordt uitgevoerd. Indien mogelijk zal werknemer geplaatst worden in passend werk.
- Als er sprake is van een (gedeeltelijke) bedrijfssluiting, waardoor werknemer niet kan worden herplaatst, dan verwacht UWV van de werkgever dat hij een toezegging doet (ook aan werknemer) dat structurele herplaatsing wordt gerealiseerd na heropening.
- Indien er geen mogelijkheden zijn in spoor 1 en er is een spoor 2 traject ingezet, dan kan deze over het algemeen worden voortgezet en afgerond. Dit betekent dat de begeleiding op een andere manier wordt uitgevoerd dan voor de COVID-19 situatie.
- Gedurende de COVID-19 periode worden er door de regering steeds wisselende maatregelen genomen. Deze kunnen van invloed zijn op de te zetten stappen met betrekking tot re-integratie. Eerder ingezette activiteiten in spoor 1 en spoor 2 moeten heroverwogen worden. Indien nodig moet het plan van aanpak bijgesteld worden. Zo kan een functie bij de eigen werkgever, die aanvankelijk niet passend was, mogelijk nu wel passend zijn en andersom. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan gewijzigde situaties in verband met thuiswerken.
- In het tweede spoor is sprake van een veranderde arbeidsmarkt. Een adequaat tweede-spoortraject vraagt bij een gewijzigde situatie om een heroverweging van het einddoel (zoekprofiel) en mogelijk inzetten van andere activiteiten die gericht zijn op een structurele verwerving van een geschikte functie buiten de eigen onderneming, via de kortst mogelijke route.

Bekortingsverzoek

Indien een werkgever problemen ervaart met het herstel van de tekortkomingen in de periode van loondoorbetaling, dan wordt geadviseerd om een bekortingsverzoek in te dienen. In dit verzoek motiveert de werkgever waarom én gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd. Het UWV beoordeelt vervolgens dit bekortingsverzoek conform de richtlijnen die gelden voor beoordelingen op basis van het beoordelen van de deugdelijke grond en het herstel van de tekortkomingen.

Landelijke Loonsanctie Commissie (LLC)

Voordat een verlengde loondoorbetalingsverplichting door UWV aan de werkgever wordt opgelegd, wordt deze eerst voorgelegd aan de LLC voor een bindend advies. De LLC toetst of de op te leggen loondoorbetalingsverplichting past binnen de grenzen van de redelijkheid, of deze voldoende beargumenteerd is en of voldaan is aan verplichte procedures zoals hoor- en wederhoor. De LLC zal waken over de grenzen van redelijkheid in relatie tot de COVID-19 situatie.

Aanpassen maatregelen

De overheid heeft inmiddels de maatregelen omtrent COVID-19 verlicht en verdere aanpassingen worden verwacht. UWV geeft aan rekening te blijven houden met eventuele (on)mogelijkheden tot het uitvoeren van re-integratie activiteiten op basis van de maatregelen die golden in de betreffende periode. De werkgever motiveert in het RIV en in een eventueel bekortingsverzoek waarom en gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd.

Deskundigenoordeel

Zowel door een werkgever als door een werknemer kan er een Deskundigenoordeel worden aangevraagd. Gedurende de COVID-19 periode wordt de aanvraag beoordeeld op basis van aangeleverde documenten/informatie. Op basis van de aangeleverde informatie zal UWV echter niet altijd in staat zijn om tot een inhoudelijk oordeel te komen, bijvoorbeeld in verband met een noodzakelijk fysiek spreekuur bij een verzekeringsarts. Mocht een dergelijke situatie aan de orde zijn, dan kan de werkgever bij latere RIV-beoordelingen niet worden verweten dat er bij impasse/stagnerende re-integratie geen Deskundigenoordeel is aangevraagd, gedurende de COVID-19 situatie. Het ontslaat de werkgever en werknemer echter niet van de verplichting om andere wegen te zoeken om de re-integratie zoveel als mogelijk voort te zetten.


De tekst zoals opgenomen in deze blog is gebaseerd op informatie afkomstig van de website van UWV. UWV kan genoemde aanpassingen te allen tijde wijzigen en aan deze blog kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Voor de meest actuele informatie en eventuele wijzigingen adviseren wij om de website van UVW (http://www.uwv.nl) te raadplegen.
 

Re-integratie 2e spoor

Actief in Werk heeft jarenlange ervaring opgedaan met het uitvoeren van trajecten op het gebied van re-integratie 2e spoor. Door middel van een re-integratietraject 2e spoor ondersteunen wij de medewerker bij het vinden van een passende baan bij een andere werkgever. Daarbij ondersteunen wij u desgewenst bij het (administratieve) proces richting UWV.

Lees meer over een re-integratietraject 2e spoor bij Actief in Werk