(Tijdelijke) versoepeling beoordeling Wet verbetering poortwachter

01-04-2020

Werkwijzer Poortwachter voor werkgevers

De maatschappelijke gevolgen van de maatregelen in het kader van de COVID-19 crisis maken dat dit van invloed is op de wijze van beoordelen van de re-integratie inspanningen van werkgevers in het kader van de Wet verbetering poortwachter (WVP).​ UWV heeft daarom ook aangegeven dat er enigszins versoepelde richtlijnen van toepassing zijn en heeft deze uiteen gezet in een Addendum op de Werkwijzer Poortwachter d.d. 1 april 2020.
 

Het uitgangspunt van de beoordeling is (en blijft) de Werkwijzer Poortwachter (versie 1 december 2018). 
De Werkwijzer Poortwachter helpt onder andere werkgevers, bedrijfsartsen en arbodiensten in de begeleiding en re-integratie van zieke of arbeidsongeschikte werknemers. De Werkwijzer Poortwachter geeft antwoord op vragen als:

- ​Wat verwacht UWV van de werkgever bij de re-integratie van een werknemer?
- Hoe toetst UWV of de re-integratie inspanningen van de werkgever voldoende zijn?
- Welke gevolgen heeft het voor de werkgever als blijkt dat zijn re-integratie inspanningen niet voldoende zijn geweest?

Download Werkwijzer Poortwachter

    

Bijzondere omstandigheden

Indien zonder deugdelijke grond een werkgever zijn poortwachtersverplichtingen niet is nagekomen, dan legt UWV een loondoorbetalingsverplichting van maximaal 52 weken op. Uitgangspunt hierbij is dat de beoordeling van het re-integratieverslag (RIV) binnen de grenzen van de redelijkheid plaats vindt. Door de COVID-19 crisis kunnen er echter situaties ontstaan die er voor zorgen dat de verplichtingen rond het RIV over die grens dreigen te gaan. Op dat moment zal door UWV vastgesteld moeten worden of er gezien de bijzondere omstandigheden in alle redelijkheid voldoende aan re-integratie is gedaan en/of de verwachte procesgang wel/niet gevolgd kon worden.

Beoordeling

Als de beoordeling van het RIV leidt tot de conclusie dat er onvoldoende re-integratie inspanningen worden geleverd, dan geeft UWV aan dat zij rekening zullen gaan houden met de maatregelen die genomen zijn in het kader van de COVID-19 crisis. UWV verwacht bijvoorbeeld dat een werkgever beschrijft hoe de situatie in zijn bedrijf als gevolg van de COVID-19 crisis van invloed is (geweest) op het re-integratieproces of het herstel. Op basis hiervan beoordeelt de arbeidsdeskundige de plausibiliteit hiervan en stelt vast of er voldoende argumenten zijn om een deugdelijke grond aan te nemen. Als er redenen zijn om de door de bedrijfsarts vastgestelde belastbaarheid aan de verzekeringsarts voor te leggen, dan kan dat voor de verzekeringsarts betekenen dat hij met beperkte onderzoeksmiddelen zo goed mogelijk helder moet krijgen of de beoordeling van de belastbaarheid door de bedrijfsarts gevolgd kan worden of niet.

Re-integratieverslag (RIV)

Indien een re-integratieverslag incompleet wordt aangeleverd bij UWV, doordat documenten niet zijn meegestuurd of niet volledig zijn ingevuld, beoordeelt UWV of het ontbreken van de betreffende documenten vanwege de maatregelen in het kader van de COVID-19 crisis acceptabel is. Van de werkgever wordt verwacht dat wordt uitgelegd waarom de documenten niet volledig zijn ingevuld en/of in een begeleidende brief wordt uitgelegd waarom bepaalde documenten ontbreken. Van belang bij dit alles is om ook aandacht te houden voor de positie van de werknemer.

Compleet dossier
Ten aanzien van het aanleveren van een compleet dossier, geeft UWV aan dat er in principe sprake is van een ongewijzigd beleid omdat informatie ook elektronisch uitgewisseld kan worden. UWV geeft aan dat wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een gedwongen bedrijfssluiting, zij dit niet als een geldige reden zien om een incompleet dossier aan te leveren. 
Ondertekening documenten
Fysieke handtekening op documenten zijn niet nodig. De werknemer kan in de daarvoor bestemde documenten (of in het RIV of op de aanvraag) zijn/haar visie op de re-integratie verwoorden.
Termijn aanleveren documenten
Voor het aanleveren van een compleet dossier wordt standaard vijf werkdagen gehanteerd. Mocht, als gevolg van de COVID-19 crisis, deze termijn worden overschreden, dan geeft UWV aan dat enige coulance aan de orde is. Hiervoor is overleg met UWV wel noodzakelijk.
Inhoudelijke beoordeling RIV
Als door UWV meer informatie benodigd is om het RIV te kunnen beoordelen, maar de werkgever kan niet bereikt worden (bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfssluiting of ziekte), dan verwachten zij derhalve toch dat de werkgever zoveel als mogelijk deze (administratieve) gegevens aanlevert. Als een werkgever op geen enkele wijze kan worden bereikt dan zullen zij waar nodig hier rekening mee houden en rekening houden met het feit dat de werkgever zich niet op de situatie heeft kunnen voorbereiden. Contacten en onderzoeken (door bijvoorbeeld arbeidsdeskundige) kunnen telefonisch worden ingezet/uitgevoerd en zo nodig in een later stadium worden aan-/ingevuld door daadwerkelijke fysieke acties.

Het RIV zal zoveel als mogelijk beoordeeld worden op basis van de gegevens van de bedrijfsarts. De arbeidsdeskundige overlegt nog steeds met de verzekeringsarts in de hiervoor aangewezen situaties en de verzekeringsarts neemt zo nodig contact op met de bedrijfsarts. UWV geeft aan dat als de gegevens van de bedrijfsarts ook maar enigszins plausibel zijn, zij dit als uitgangspunt zullen nemen voor de RIV-toets. Mocht er een verschil van inzicht blijven bestaan, ook na telefonisch contact met de bedrijfsarts, dan zijn er twee mogelijkheden:
- de verzekeringsarts probeert via een telefonisch spreekuur voldoende informatie te verzamelen om te onderbouwen dat er sprake is van een andere belastbaarheid dan die door de bedrijfsarts is aangegeven en sinds wanneer dat is. Een FML is niet nodig. De arbeidsdeskundige beargumenteert vervolgens of er eventueel re-integratiekansen zijn gemist.
- indien het niet mogelijk is om telefonisch, via de werknemer en bedrijfsarts, voldoende informatie te verzamelen om dit te onderbouwen en een fysiek spreekuur is nodig, dan gaat UWV alsnog uit van de belastbaarheid zoals beschreven door de bedrijfsarts. De arbeidsdeskundige beoordeelt dan of er uitgaande van deze belastbaarheid eventueel re-integratiekansen zijn gemist. Het risico bestaat dan dat, indien uit dit onderzoek blijkt dat er geen gemiste re-integratiekansen zijn, er in deze situatie mogelijk onterecht geen verlengde loondoorbetalingsverplichting wordt opgelegd.

Beoordelen deugdelijke grond/herstel tekortkomingen

Het beoordelen van de deugdelijke grond, zoals beschreven in de Werkwijzer Poortwachter, blijft onverminderd van toepassing. Er kunnen echter als gevolg van de COVID-19 crisis nieuwe situaties worden benoemd die mogelijk een deugdelijke grond kunnen opleveren.

De loondoorbetalingsverplichting door de werkgever is opgelegd om tekortkomingen in de re-integratie te herstellen. De werkgever moet echter hiertoe wel in staat zijn. Mocht dit als gevolg van de COVID-19 crisis niet mogelijk zijn, dan wordt geen verlengde loondoorbetalingsverplichting opgelegd. De werkgever dient in het RIV te motiveren waarom en gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd.
- Als de werknemer aan het re-integreren is in eigen of ander werk bij de eigen werkgever en is er sprake van een verplichte bedrijfssluiting als gevolg van de COVID-19 crisis, dan is er geen sprake van een verlengde loonbetalingsverplichting. UWV verwacht wel van de werkgever, dat als de werknemer herplaatst kan worden conform mogelijkheden na bedrijfssluiting in passend werk, er (ook aan werknemer) sprake is van een onherroepelijke toezegging dat herplaatsing wordt gerealiseerd na heropening.
- Indien er als gevolg van de COVID-19 crisis geen uitvoering kan worden gegeven aan (onderdelen) van een re-integratietraject 2e spoor, dan kunnen die bepaalde onderdelen (proefplaatsing/bedrijfssluiting nieuwe werkgever, uitvoeren van vrijwilligerswerk/opdoen arbeidsritme, niet beschikken over voldoende digitale vaardigheden voor begeleiding op afstand) tijdelijk worden opgeschort tot het einde van de COVID-19 crisis. De werkgever vraagt heroverweging aan en waar mogelijk bijstelling van het plan. 
- Indien werknemer fysiek geen passend werk kan uitvoeren, bijvoorbeeld door vermindering van het werkaanbod van de werkgever of het niet meer kunnen realiseren van voldoende ondersteuning op werkplek door een opgelegde COVID-19 maatregel.

In de volgende gevallen is er geen sprake van een deugdelijke grond:
- Er heeft onvoldoende onderzoek plaatsgevonden in spoor 1: dit kan “gewoon” alsnog worden uitgevoerd. Mocht voor dit onderzoek gericht werkplekonderzoek nodig zijn, dan gaat UWV ervan uit dat de werkgever c.q. ingeschakelde arbeidsdeskundige zoeken naar andere manieren om dit toch te kunnen uitvoeren. 
- Indien spoor 2 zoveel als mogelijk kan worden voortgezet. Er wordt vanuit gegaan dat re-integratiebureaus hun dienstverlening in veel gevallen ook op afstand kunnen organiseren. Er zullen echter ook situaties zijn waarin dit niet mogelijk is (zie eerder beschreven voorbeelden). Hier dient rekening mee te worden gehouden.
- Indien er sprake is van dreigende betalingsonmacht, al dan niet veroorzaakt door de COVID-19 crisis, is geen reden om van loondoorbetalingsverplichting af te zien. Het feit dat een werkgever niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen, betekent niet dat de re-integratie inspanningen door UWV als ‘voldoende’ worden beschouwd. Het kan evenmin gelden als een ‘deugdelijke grond’ voor die ‘onvoldoende inspanningen’.

Bekortingsverzoek

Indien een werkgever problemen ervaart met het herstel van de tekortkomingen, dan wordt geadviseerd om een bekortingsverzoek in te dienen. In dit verzoek motiveert de werkgever waarom én gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd. Het UWV beoordeelt vervolgens dit bekortingsverzoek conform de richtlijnen die gelden voor beoordelingen op basis van het beoordelen van de deugdelijke grond en het herstel van de tekortkomingen.

Landelijke Loonsanctie Commissie (LLC)

Voordat een verlengde loondoorbetalingsverplichting door UWV aan de werkgever wordt opgelegd, wordt deze eerst voorgelegd aan de LLC voor een bindend advies. De LLC toetst of de op te leggen loondoorbetalingsverplichting past binnen de grenzen van de redelijkheid, of deze voldoende beargumenteerd is en of voldaan is aan verplichte procedures zoals hoor- en wederhoor. De LLC zal ook waken over de grenzen van redelijkheid in relatie tot de COVID-19 crisis. De invloed die de COVID-19 crisis heeft op het wel of niet goedkeuren van de voorgelegde verlengde loondoorbetalingsverplichtingen zal m.i.v. 1 april 2020 geregistreerd worden.

Deskundigenoordeel

Zowel door een werkgever als door een werknemer kan er een Deskundigenoordeel worden aangevraagd. Gedurende de COVID-19 crisis wordt de aanvraag beoordeeld op basis van aangeleverde documenten/informatie. Op basis van de aangeleverde informatie zal UWV echter niet altijd in staat zijn om tot een inhoudelijk oordeel te komen, bijvoorbeeld in verband met een noodzakelijk fysiek spreekuur bij een verzekeringsarts. Mocht een dergelijke situatie aan de orde zijn, dan kan de werkgever bij latere RIV-beoordelingen niet worden verweten dat er bij impasse/stagnerende re-integratie geen deskundigenoordeel is aangevraagd, gedurende de COVID-19 crisis. Het ontslaat de werkgever en werknemer echter niet van de verplichting om andere wegen te zoeken om de re-integratie zoveel als mogelijk voort te zetten.

Nasleep COVID-19 crisis

Het is aannemelijk dat na de COVID-19 crisis er een RIV-beoordeling plaatsvindt waar als gevolg van deze crisis een stagnatie heeft opgetreden in het traject. Dit betekent dat UWV bij de beoordeling ook rekening houdt met de periode waarin het uitvoeren van re-integratie-activiteiten beperkt mogelijk was. Het is aan de werkgever om in het RIV aan te geven waarom en gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd.


De tekst zoals opgenomen in deze blog is gebaseerd op informatie afkomstig van de website van UWV. UWV kan genoemde aanpassingen te allen tijde wijzigen en aan deze blog kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Voor de meest actuele informatie en eventuele wijzigingen adviseren wij om de website van UVW (http://www.uwv.nl) te raadplegen.
 

Re-integratie 2e spoor

Actief in Werk heeft jarenlange ervaring opgedaan met het uitvoeren van trajecten op het gebied van re-integratie 2e spoor. Door middel van een re-integratietraject 2e spoor ondersteunen wij de medewerker bij het vinden van een passende baan bij een andere werkgever. Daarbij ondersteunen wij u desgewenst bij het (administratieve) proces richting UWV.

Lees meer over een re-integratietraject 2e spoor bij Actief in Werk